BOSSCHE BOL


Een Bossche bol of sjekladebol (chocoladebol) is een gebakspecialiteit uit ‘s-Hertogenbosch die wordt gebakken van soezenbeslag, gedoopt in gesmolten pure chocolade en daarna gevuld met slagroom. Bossche bollen hebben een diameter van ongeveer 12 cm en zijn daarmee grote gebakjes. Desondanks is er ook een versie met dubbele doorsnede; de zogenaamde “reuzenbol”.




VORM


Bossche bollen lijken op de kleinere moorkoppen, die echter meestal zijn geglazuurd. Op de bovenkant van moorkoppen wordt soms een toef slagroom aangebracht, bij de Bossche bollen doet men dit niet.




GESCHIEDENIS


Al voor het begin van de twintigste eeuw werd in ‘s-Hertogenbosch de voorganger van de huidige Bossche bol verkocht door banketbakker Lambermont, die een vestiging had in het pand De Kat aan de toenmalige Vischstraat op nummer B61. De bol van Lambermont leek op een moorkop en was gevuld met banketbakkersroom.


Toen de Haagse banketbakker Henri van der Zijde zich in 1938 vestigde als Haagsche Banketbakkerij, Lunchroom en Snelbuffet in dezelfde Vischstraat op nummer 25, bedacht Henri daar zijn variant op, met slagroomvulling en overgoten met echte chocolade, die volgens zijn nazaten gezien moet worden als het origineel van de huidige Bossche bol. Lambermont is in de loop van diezelfde jaren twintig ook een dergelijke chocoladebol gaan verkopen.


De naam “Bossche bol” is pas in de loop der tijd ingeburgerd geraakt, met de toenemende populariteit van de lekkernij buiten de stadsgrenzen en ook het exacte recept verschilt van bakker tot bakker. Bij de vaststelling van originaliteit en herkomst is dus wat ruimte voor interpretatie.